Verdedigingsstrategieën van de zwarte bij tegen de invasieve Aziatische hoornaar in NP Bosland
Lard Bielen, student aan de Universiteit Hasselt, heeft onder begeleiding van Prof. Natalie Beenaerts en Dylan Elen onderzoek gedaan naar hoe de inheemse zwarte honingbij zich verdedigt tegen de invasieve Aziatische hoornaar. Deze bijensoort, die vroeger veel voorkwam in Europa, is de afgelopen eeuw sterk afgenomen door import van uitheemse honingbijen. De opkomst van de Aziatische hoornaar kan deze situatie verder verergeren, omdat deze hoornaars zich aanzienlijk met honingbijen voeden en de activiteit van bijenvolken verstoren, waardoor hun overlevingskansen in de winter verder verkleinen.
In zijn bachelorproef onderzocht Bielen hoe de zwarte bij in Nationaal Park Bosland reageert op de aanwezigheid van deze hoornaar. De experimenten werden uitgevoerd op de zwarte bijenvolken in het park, waar ook andere onderzoeken naar de zwarte bij plaatsvinden. Bijenvolken werden blootgesteld aan een dode hoornaar en twee controleobjecten om te testen: één voor een vorm en de andere voor geur (bijenferomoon). Daarnaast werd gekeken of er een verband bestaat tussen de verdediging tegen de hoornaar en de zachtaardigheid van de bijen tegenover de imker, een belangrijke eigenschap.
De resultaten toonden variatie in hoe verschillende bijenvolken reageerden op de hoornaar, wat suggereert dat er mogelijkheden zijn om bijen te selecteren die beter bestand zijn tegen deze bedreiging. Er werd geen direct verband gevonden tussen agressiviteit tegenover de hoornaar en zachtaardigheid naar de imker, hoewel een negatieve relatie niet kon worden uitgesloten.
Uit een enquête onder imkers bleek dat zij bijna allemaal zouden willen werken met bijenvolken die én zachtaardig zijn én zelfstandig de hoornaar onder controle houden. Slechts 40% zou tevreden zijn met enkel die laatste eigenschap bij hun bijenvolken. Voorts gaf meer dan een vierde van de bevraagden aan wellicht te stoppen met imkeren indien de bijenvolken de hoornaar niet zelfstandig zullen kunnen gaan beheersen. Verder onderzoek is nodig om te bepalen hoe de verdediging tegen de hoornaar en zachtaardigheid gecombineerd kunnen worden in toekomstige kweekprogramma's.